De rechtbank Amsterdam heeft in november van vorig jaar een tussenpersoon op de vingers getikt omdat haar klant bij het sluiten van een overlijdensrisicoverzekering belangrijke medische informatie heeft verzwegen. Fraude is aan de orde van de dag in de verzekeringswereld; voorkom daarom dat u hetzelfde overkomt.
Casus – in het kort
In 2009 is via een bemiddelaar een geldlening tot stand gekomen met daaraan gekoppeld een overlijdensrisicoverzekering. Op het polisblad van de verzekering is te lezen dat de geldende algemene voorwaarden zijn ontvangen, dat verzekerde over een goede gezondheid beschikt, dat verzekerde geen aandoening heeft welke een medische behandeling vereist en dat verzekerde de specifiek genoemde mededelingsplicht accepteert. Wanneer verzekerde komt te overlijden en zijn echtgenote aanspraak maakt op uitkering onder de verzekering, wijst verzekeraar dit verzoek tot uitkering af. De medisch adviseur komt namelijk tot de ontdekking dat de klant een uitgebreide medische voorgeschiedenis had en bekend was met meerdere aandoeningen, welke een intensieve behandeling vereisten.
Mededelingsplicht
De wetgever heeft bepaald dat een verzekeringnemer nog voor het sluiten van de overeenkomst alle feiten dient mede te delen welke hij kent of behoort te kennen en waarvan hij weet of in ieder geval behoort te begrijpen dat deze informatie van belang is voor de beslissing van de verzekeraar om de overeenkomst aan te gaan en, zo ja, onder welke voorwaarden. Blijkt de verzekering te zijn gesloten terwijl niet al deze informatie met de verzekeraar is gedeeld, dan mag de verzekeraar (gedeeltelijke) uitkering weigeren wegens verzwijging. Verzekerde had bij het sluiten van de verzekering moeten begrijpen dat de medicatie welke hij slikte van belang was voor de verzekeraar, zodat hij hierover nader had moeten verklaren. De verzekeraar hoeft om deze reden dan ook niet tot uitkering over te gaan, aldus de rechtbank. In casu heeft echter een tussenpersoon bemiddeld bij het afsluiten van het product, zodat ook diens rol moet worden getoetst.
Tekortkoming tussenpersoon
Een tussenpersoon moet volgens de rechtbank doorvragen naar de medische geschiedenis van de verzekerde, duidelijk adviseren over de inhoud van de af te leggen verklaring en voorkomen dat deze onjuist is. Komt de tussenpersoon deze verplichtingen niet na, dan geldt dit als een tekortkoming in de zorg van een goed opdrachtnemer. Het is normaliter aan de verzekerde, in dit geval diens echtgenote, te bewijzen dat de tussenpersoon tekort is geschoten. Het feit dat de klant een machtiging heeft gegeven om alle medische informatie op te vragen, impliceert echter dat de klant niet bewust heeft gelogen over diens gezondheidstoestand. Bovendien meent de rechtbank dat het feit dat bij de tussenpersoon bekend was dat verzekerde een WAO-uitkering genoot, voor de tussenpersoon aanleiding had moeten zijn door te vragen naar diens gezondheid.
Schade
Hoewel de rechtbank van mening is dat de tussenpersoon toerekenbaar tekort is geschoten in diens zorgplicht, is zij van mening dat de nabestaande geen schade heeft geleden door deze wanprestatie. De tussenpersoon heeft namelijk de betaalde premie gerestitueerd en de nabestaande heeft niet aangetoond dat verzekerde, gelet op diens medische situatie, elders een vergelijkbare verzekering had kunnen afsluiten.
Wilt u weten hoe u uw bedrijfsvoering zo in kunt richten dat het risico van verzwijging zoveel mogelijk wordt uitgesloten? Neem dan vrijblijvend contact op met ESQ Advocaten via het telefoonnummer 0162-523033 of via info@esq.nl.