Steeds meer handelingen in uw praktijk gebeuren op afstand. Uw klant kan digitaal een verzekering aanvragen en door enkele formulieren in te vullen kan schriftelijk een wijziging worden doorgevoerd. Kortom, een bezoek aan uw kantoor zal nog slechts in uitzonderingsgevallen plaatsvinden. Dit brengt echter een groot risico met zich mee, want wat nu wanneer (de partner van) uw klant achteraf claimt dat zijn of haar handtekening is vervalst?

In een zaak welke eerder is behandeld door de rechtbank Den Haag stond deze vraag centraal. Tijdens hun relatie sluiten een man en een vrouw twee levensverzekeringen af. De kinderen van de vrouw, welke uit een andere relatie komen dan de relatie met deze man, worden als verzekerden onder de polis opgenomen. De man onderhoudt doorgaans de contacten met de verzekeraar. Hoewel de relatie tussen partijen niet wordt beƫindigd, vertrekt de man voor onbekende duur naar Spanje. Een klein jaar later verzoekt hij de verzekeraar per brief beide levensverzekeringen af te kopen, vergezeld van een tweetal door hem ondertekende aanvraagformulieren en de opgave van een buitenlands rekeningnummer.

De verzekeraar vraagt een kopie legitimatiebewijs van de vrouw op, als ook beide aanvraagformulieren voorzien van een handtekening van de vrouw. Dit vraagt zij echter niet bij de vrouw rechtstreeks op, maar doet zij via de man. De man voldoet aan dit verzoek en de afkoopsom wordt overgemaakt op de opgegeven buitenlandse rekening. Weer een klein jaar later wordt alsnog de relatie tussen partijen beƫindigd en raakt de vrouw ervan op de hoogte dat de levensverzekeringen zijn afgekocht, waarbij het geld aan de man is toegekomen. De vrouw vordert betaling van de afkoopsom, onder andere omdat haar handtekening zou zijn vervalst en de verzekeraar dus niet aan haar zorg- en onderzoeksplicht heeft voldaan.

De rechtbank oordeelt echter anders. Een verzekeraar hoeft geen onderzoek te doen of de handtekening op het aanvraagformulier overeenstemt met de handtekening zoals deze op het legitimatiebewijs is vermeld. Een redelijk handelend en redelijk bekwaam verzekeraar mag namelijk veronderstellen dat een kopie van het legitimatiebewijs alleen beschikbaar is na toestemming van de betreffende persoon. Het ligt in de risicosfeer van de vrouw wanneer de man onrechtmatig het legitimatiebewijs heeft gekopieerd, dit kan niet aan de verzekeraar worden toegeworpen. Pas wanneer er duidelijke signalen zouden zijn dat er een risico van vervalsing bestond, had de verzekeraar meer onderzoek moeten doen. De rechtbank raadt de vrouw aan om haar claim bij de man neer te leggen.

Wilt u als particulier of als ondernemer meer weten over dit onderwerp? ESQ Advocaten helpt u graag verder! Neem vrijblijvend contact op via telenfoonnummer 0162-523033 of via info@esq.nl.

 

Bel voor informatie