Na een scheiding houden beide ouders in beginsel het gezag over hun kind(eren), maar wat als er problemen zijn?
Soms is het voor het kind beter als één van beide ouders ontheven wordt van het gezag.
Als u als ouder van mening bent dat u beter alleen het gezag kunt uitoefenen over uw kind(eren), kunt u een advocaat inschakelen en naar de rechter stappen.
Eenhoofdig gezag wordt in de praktijk echter niet vaak toegewezen. 

Als gezaghebbend ouder bent u verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van uw kind(eren). U heeft recht op contact met uw kind(eren), maar ook de plicht om voor uw kind(eren) te zorgen. U draagt de kosten voor levensonderhoud en studie tot uw kind(eren) 21 jaar oud is (zijn) en u neemt, als wettelijk vertegenwoordiger van uw kind(eren), belangrijke beslissingen voor uw kind(eren). Tot slot beheert u het geld en de spullen van uw kind(eren).

Als u gehuwd bent, deelt u van rechtswege het ouderlijk gezag met uw echtgeno(o)t(e). Dit gezamenlijk ouderlijk gezag blijft na een scheiding in beginsel in stand. U dient met uw ex-partner afspraken te maken over de (kosten van) verzorging en opvoeding van uw kind(eren). Deze afspraken worden vastgelegd in een ouderschapsplan. 

Gezamenlijk ouderlijk gezag wordt alleen omgezet in eenhoofdig gezag wanneer dit in het belang van uw kind(eren) is. Over het algemeen wordt aangenomen dat een kind er belang bij heeft als beide ouders beslissingen over hem of haar nemen. De rechter zal een verzoek tot eenhoofdig gezag dan ook enkel toewijzen als wordt voldaan aan één van de volgende criteria (artikel 1:251a lid 1 BW):

  1. Er is een onaanvaardbaar risico dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders en het is niet te verwachten dat hierin binnen afzienbare tijd verbetering optreedt.
  2. Wijziging van het gezag is anderszins noodzakelijk in het belang van het kind.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan situaties waarin de communicatie tussen de ouders zo slecht is dat dit negatieve invloed heeft op het kind, of situaties waarin één van beide ouders geen invulling kan of wil geven aan het ouderschap. Ook wanneer instandhouding van het gezamenlijk ouderlijk gezag ernstige stress en onrust veroorzaakt bij het kind, kan het nodig zijn om het gezag te wijzigen. 

Hierbij merk ik op dat de rechter altijd de belangen van het kind centraal stelt bij het nemen van een beslissing over het gezag en dat dergelijke beslissingen altijd per kind genomen worden. Een ouder kan dus het gezag verliezen over één kind of over al zijn/haar kinderen. Het enkele feit dat u als ouders slecht met elkaar door een deur kunt, is echter onvoldoende voor een wijziging van het gezag. 

In de meeste gezagsprocedures vraagt de rechter de Raad voor de Kinderbescherming om advies.  Daarnaast stelt de rechter kinderen vanaf 12 jaar in de gelegenheid om hun mening kenbaar te maken.

Als de rechter uiteindelijk beslist dat het gezamenlijk ouderlijk gezag wordt beëindigd, betekent dit vanzelfsprekend niet het einde van het ouderschap. Het betekent alleen dat de ouder die het gezag verliest voortaan geen beslissingen meer mag nemen over het kind. Deze ouder mag het kind echter nog wel zien (tenzij de rechter daar een andere beslissing over neemt). Verder blijft de onderhoudsverplichting gelden.

Heeft u een vraag over (beëindiging) van het gezamenlijk ouderlijk gezag? Neemt u dan gerust contact met mij op.

Geert de Haas – advocaat

Bel voor informatie