Op 6 februari 2012 heeft de sector Kanton van Den Haag een vonnis gewezen inzake de opbouw van vakantiedagen tijdens ziekte. Tot 1 januari 2012 gold in Nederland nog het oude artikel 7:635 lid 4 BW waarin stond dat een zieke werknemer vakantiedagen opbouwt gedurende de laatste 6 maanden van zijn of haar dienstverband. Dit artikel was echter in strijd met Europese wetgeving. Werknemers konden echter niet hun werkgever aanspreken omdat deze simpelweg de wet toepaste, daarom wordt de Nederlandse Staat aangesproken op het feit dat zij de Europese richtlijnen niet tijdig en niet juist heeft overgenomen.
In de zaak werd een mevrouw na twee jaar ziekte ontslagen. Ze kreeg geheel volgens toen nog geldig Nederlands recht haar vakantiedagen uitbetaald over de laatste 6 maanden. Ze vocht dit aan met een beroep op Europese wetgevind waarin is bepaald dat iedere werknemer jaarlijks tenminste vier weken doorbetaalde vakantie behoort te krijgen. Als men ziek is staat dat de opbouw van die vakantiedagen niet in de weg. Tot 2012 bouwden langdurig zieke werknemers dus de helft minder vakantiedagen op dan andere werknemers. Volgens vaste rechtspraak (26 juni 2001,BECTU) moet het recht van elke werknemer op jaarlijkse vakantie met behoud van loon worden beschouwd als een bijzonder belangrijk beginsel van communautair sociaal recht, waarvan niet mag worden afgeweken. De Nederlandse Staat heeft dus de richtlijn niet goed geïmplementeerd en dus aansprakelijk jegens de werkneemster. Per 1 januari 2012 is de Nederlandse wet aangepast in overeenstemming met de Europese richtlijn, hiermee erkent de Staat impliciet ook dat eerdere wetgeving in strijd was met de Europese wetgeving.
Dit vonnis kan grote gevolgen hebben voor alle gevallen waarbij werknemers zijn ontslagen na een lange periode van ziekte (langer dan 6 maanden). Deze hebben te weinig geld ontvangen als het gaat om de uitbetaling van de opgebouwde vakantiedagen. De werknemers die bijvoorbeeld na 2 jaar ziekte zijn ontslagen kunnen dus een claim indienen bij de Staat. Daarnaast valt ook te denken aan beëindigingen met wederzijds goedvinden en de werknemer was een jaar ziek dat de vergoeding te laag is vastgesteld op grond van de destijds huidige Nederlandse wetgeving. Ook de kantonrechter zou wellicht te lage vergoedingen hebben berekend aan werknemers die lange tijd ziek zijn geweest en ontslagen zijn door de kantonrechter. Zij zouden allemaal een claim kunnen indienen bij de Staat. In theorie kunnen er dus vele claims binnen komen bij de Staat op grond van de uitspraak in dit arrest.
Let op: De Staat heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Het is dus nog niet zeker dat de Staat uiteindelijk tot schadevergoeding zal worden veroordeeld.