De vloer was weliswaar glad maar de werkgever had voldoende gedaan om de risico’s te beperken. Die risico’s waren geïnventariseerd, er waren schoenen met antislipzolen verstrekt en er was een emmer met dweil aanwezig. Nu tekent de minister hoger beroep aan. Hij vindt, dat de genomen maatregelen niet stroken met de arbeidshygiënische strategie van artikel 3 Arbowet. Volgens de minister volgt uit die strategie een hiërarchie van maatregelen om gevaren voor veiligheid en gezondheid weg te nemen: bovenaan staat bestrijding aan de bron, daarna collectieve maatregelen, vervolgens individuele maatregelen en pas in laatste instantie persoonlijke beschermingsmiddelen. De minister stelt zich op het standpunt dat Estinea door het niet treffen van een maatregel aan de bron, terwijl dit mogelijk was in de vorm van het plaatsen van een vloer met een antisliplaag Door het aanbrengen van een had het gevaar bij de bron bestreden kunnen worden.
De Uitspraak
Volgens de Raad is inderdaad de arbeidshygiënische strategie niet in acht genomen. Maar in Beleidsregel 33 wordt noch in de redactie van de eerste matigingsgrond noch in de toelichting verband gelegd met die arbeidshygiënische strategie. Dat is volgens de Raad ook verklaarbaar omdat het niet in acht nemen van deze arbeidshygiënische strategie deel uitmaakt van de overtreding als zodanig. Daarom kan het dit punt niet nogmaals worden tegengeworpen bij het antwoord op de vraag of is voldaan aan de eerste matigingsgrond. Beoordeeld moet worden of de zorginstelling de risico’s van de werkzaamheden waarvoor de boete wordt opgelegd voldoende heeft geïnventariseerd en of vervolgens de nodige maatregelen zijn getroffen door de juiste arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking te stellen. Daarbij moet rekening worden gehouden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd. Ook de Raad vindt dat de zorginstelling de risico’s van de keukenvloer heeft onderkend en voldoende heeft geïnventariseerd. Terecht is geconstateerd, dat het gebruik van vloeistoffen in een keuken met een gladde vloer het risico op uitglijden met zich brengt. Het ging om een vloer van een tijdelijke arbeidslocatie. Daarop is een afweging gemaakt met betrekking tot de te treffen maatregelen, en als maatregelen getroffen: de aanwezigheid van een trekker met dweil in de keuken en het verstrekken van schoeisel met antislipzolen aan haar personeel. De minister heeft niet gesteld dat deze arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen ondeugdelijk waren. Daarmee heeft de werkgever voldaan aan de voorwaarden voor matiging van de boete. De Raad brengt in de uitspraak de boete terug tot nul. Ter voorkoming van arbeidsongevallen dient de werkgever ervoor te zorgen dat de gekozen arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen deugdelijk zijn.