Na 21 jaar in dienst te zijn geweest, gaat de werknemer met pensioen. Volgens de toepasselijke CAO (Ziekenhuizen) eindigt de arbeidsovereenkomst zodra de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Vanaf dat moment heeft hij aanvullend pensioen ontvangen en een volledige AOW-uitkering. De werknemer verlangt een transitievergoeding.
De Hoge Raad stelt vast dat met de uitsluiting van AOW-gerechtigden van de transitievergoeding direct onderscheid naar leeftijd wordt gemaakt. Aan dit onderscheid ligt echter een legitiem doel ten grondslag, namelijk dat de vergoeding alleen toekomt aan personen die zijn aangewezen op het verrichten van arbeid om in hun levensonderhoud te voorzien. Mede tegen de achtergrond van het doel van de Wwz om ontslag voor werkgevers minder kostbaar te maken, moet dit doel legitiem worden geacht. De uitsluiting is geschikt om dit doel te bereiken en gaat niet verder dan noodzakelijk is. De uitsluiting berust op een bewuste keuze van de wetgever, aan wie ten aanzien van werkgelegenheids- en arbeidsmarkt een ruime beoordelingsvrijheid toekomt. Het feit dat sommige werknemers geen volledige AOW-uitkering hebben opgebouwd, houdt geen verband met het verricht hebben van arbeid. Deze werknemers kunnen, onder voorwaarden, een beroep doen op aanvullende inkomensvoorzieningen. Bovendien mocht de wetgever het belang van de werkgever meewegen om niet belast te worden met de financiële gevolgen van een onvolledige opbouw van een AOW-uitkering van een werknemer, een omstandigheid waarop de werkgever geen invloed heeft gehad.
Van belang is de overweging van de Hoge Raad dat met de invoering van de Wwz beoogd is het ontslagrecht eenvoudiger, sneller en minder kostbaar te maken. Met deze doelstelling en met het abstracte en gestandaardiseerde karakter van de regeling van de transitievergoeding verdraagt zich niet dat de werkgever, dan wel de rechter, in individuele gevallen zou moeten toetsen of, in afwijking van deze regels, toch (geheel of gedeeltelijk) recht op een transitievergoeding bestaat op de grond dat de werknemer wiens arbeidsovereenkomst op of na het bereiken van de AOW-leeftijd wordt beëindigd, geen volledige AOW-uitkering heeft opgebouwd en in zodanige financiële omstandigheden verkeert dat hij aangewezen blijft op inkomen uit arbeid.
Heeft u vragen over de transitievergoeding? Bel ons op 0162 523 033.
Geert de Haas