Wie denkt dat hij als fietser altijd in zijn gelijk staat na een botsing met gemotoriseerd verkeer kan van een koude kermis thuiskomen. Zo ook de wielrenner uit de volgende casus.

Niet goed zichtbaar
Een doorgaande weg met in het midden een groenstrook en aan beide zijden een rijbaan komt in haast iedere gemeente wel voor. Veel van deze wegen hebben een oversteekplaats voor fietsers. Zo ook in dit geval. De betreffende gemeente heeft de groenstrook ingezaaid, maar daarna niet meer gesnoeid of gemaaid. Hierdoor is de begroeiing flink de lucht in geschoten. Een fietser die rechtop op z’n fiets zit komt nog wel boven de begroeiing uit. Een wielrenner die voorovergebogen op de fiets zit dus niet. De fietser moet voorrang geven aan al het verkeer op de doorgaande weg. Het is dus niet alleen lastig dat de automobilist de wielrenner niet kan zien naderen, de wielrenner kan ook niet goed zien of hij voorrang moet verlenen.

Overmacht
U raadt het al, een wielrenner komt in botsing met een auto. De wielrenner denkt te worden beschermd door artikel 185 Wegenverkeerswet, waarin is bepaald dat de eigenaar of houder van een motorrijtuig verplicht is om de schade van een persoon of zaak te vergoeden, tenzij er sprake is van overmacht. De verzekeraar van de automobilist denkt hier anders over en start een procedure, waarin zij zich op de situatie van overmacht beroept. De wielrenner voert verweer en stelt dat de automobilist ook bijvoorbeeld een kind niet had kunnen zien naderen en daarom had moeten anticiperen op de naderende fietsersoversteekplaats. Bovendien had de automobilist nog meer rechts moeten houden en bijvoorbeeld moeten claxonneren ter hoogte van de oversteekplaats.

Automobilist treft geen blaam
De rechter gaat niet mee in dit verweer van de fietser. De fietsersoversteekplaats was namelijk niet in (de buurt van een) woonwijk gelegen, zodat hier niet zo snel onbegeleide kinderen zullen fietsen. Meer rechts houden door de automobilist had geen oplossing geboden, nu de snelheid van zowel de fietser als de automobilist te hoog lag om nog op tijd te kunnen stoppen. Overigens reed de auto slechts 30 km/u waar 50 km/u was toegestaan. De wielrenner daarentegen heeft bij het naderen van de oversteekplaats zijn schoenen niet losgeklikt en leek dus niet voornemens te stoppen. Claxonneren is niet zonder meer toegestaan en moet dus achterwege blijven.

Altijd opletten
Alles bij elkaar kan er worden geconcludeerd dat er sprake is van een situatie van overmacht aan de zijde van de automobilist. De wielrenner krijgt daarom niet zijn (volledige) schade vergoed. Let dus ook als fietser of voetganger altijd goed op in het verkeer en ga er niet klakkeloos van uit dat u op grond van de wet toch wel wordt beschermd.

Gratis advies van ESQ Advocaten
Heeft u een vergelijkbare situatie meegemaakt als fietser, voetganger of juist als automobilist en wilt u weten wie nu eigenlijk de schade dient te vergoeden? Bel dan vrijblijvend met ESQ Advocaten via 0162-523033 of mail via
info@esq.nl. Wij adviseren u graag!

 

Bel voor informatie