Tegenstrijdiger kunnen twee berichten haast niet zijn. AMweb kopte eerder dit jaar: ‘Bedragen smartengeld worden hoger’, zie de nieuwsbrief van 20 januari jl., terwijl het NJB een artikel van de hand van Ton Hartlief op 16 november 2015 publiceerde met als titel ‘Waar ligt de toekomst van het personenschaderecht?’, waarbij de teneur van het artikel was dat herstel belangrijker wordt geacht dan een vergoeding in geld. Om aan te sluiten bij laatstgenoemd artikel; waar gaat het heen met de afwikkeling van letselschades? Staat herstel voorop of moet toch vooral de portemonnee worden getrokken door de veroorzaker van de schade?
Om te beginnen met het artikel gepubliceerd in het NJB. Ton Hartlief is advocaat-generaal bij de Hoge Raad en tevens hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit van Maastricht. Van hem mag je dus verwachten dat wat hij publiceert op deugdelijke bronnen, dan wel geconstateerde ontwikkelingen gebaseerd is. Hartlief legt uit dat momenteel het ‘brengen van het slachtoffer in de positie waarin hij verkeerde voor de schadetoebrengende gebeurtenis’ vooral een financiële compensatie inhoudt. Wie schade veroorzaakt moet betalen, zo kan simpelweg worden gesteld. Er is echter een groeiende behoefte aan herstel. We zijn als mensen actiever dan ooit tevoren, hebben naast drukke banen ook een huishouden te runnen, zorg voor de kinderen te dragen en hobby’s uit te oefenen. Een zak geld krijgen nadat zich een ongeval heeft voorgedaan is prettig, maar maakt niet dat het slachtoffer herstelt en zijn ‘oude leventje’ terug op kan pakken.
Herstel staat dan ook vaker op de eerste plaats en een financiële compensatie op de tweede. Herstelgerichte dienstverlening, revalidatie en ontzorgen krijgt een steeds prominentere plek. Toch hoort ook een financiële vergoeding nog bij de afwikkeling van letselschades. Niet zelden zal namelijk een nieuw leven moeten worden gefinancierd, moeten hulpmiddelen worden aangeschaft of ontkomt men er niet aan dat het slachtoffer niet volledig zal herstellen. Voor die gevallen is er het ANWB Smartengeldboek, waarin kan worden opgezocht welke vergoeding de rechter in een vergelijkbare casus heeft toegekend. Deze bedragen worden voor het eerst in 23 jaar verhoogd, zo is te lezen in het artikel op AMweb. Niet alleen de ANWB is namelijk van mening dat het slachtoffer meer vergoeding toekomt indien hem door een ander ernstig letsel is toegebracht, ook rechters volgen steeds meer deze trend.
Hoewel de twee berichten op het eerste zicht tegenstrijdig lijken, kan worden geconcludeerd dat dit niet het geval is. De ANWB heeft het namelijk over vergoedingen bij ernstig letsel. In dergelijke gevallen is de kans dat tot een volledig herstel wordt gekomen, en derhalve van het brengen van het slachtoffer in de positie waarin hij verkeerde voor de schadetoebrengende gebeurtenis, zeer gering. Financiële compensatie blijft dan ook zeer belangrijk. Het slachtoffer moet bijvoorbeeld naar een aangepaste woning verhuizen, is blijvend in zijn zicht beperkt etc. In dergelijke situaties is er geen alternatief beschikbaar en is er niets anders mogelijk dan een zak geld aan het slachtoffer te geven. Echter, deze financiële vergoeding zal steeds meer als ultimum remedium moeten gelden, indien herstel in gezondheid niet mogelijk blijkt.
(Bronnen: www.amweb.nl, www.njb.nl)